Vrijdag 17 september 2021 is de grote dag waarop ik op mijn fiets zit op weg naar de top van de Mont Ventoux. Deze tocht maak ik voor iedereen die in strijd is met of heeft gestreden tegen de ziekte kanker. In het bijzonder maak ik deze tocht voor mijn vader die zelf de strijd heeft verloren in juli 2018. Het is geen standaard bedevaartroute die een mens in zijn leven maakt tussen verschillende kerken en knooppunten die je doen denken aan het katholieke geloof. Het is wel mijn bedevaart met mijn eigen verhaal.

Door Sanne van der List

Mijn missie is niet religieus van aard, maar toch ga ik op pad met een bepaald doel en bepaalde levensvragen. Tijdens mijn tocht denk ik na over alle mensen die zijn overleden aan deze ziekte. Wat zou er met ze zijn gebeurd? Waar zijn ze? Het zijn vragen die me al een tijdje bezighouden.

Bezinning

Als je een tocht maakt naar de top van de Mont Ventoux voor mensen die te maken hebben gehad met kanker dan is dat best wel heftig. Terwijl ik op mijn fiets zit probeer ik tot bezinning te komen en na te denken over deze levensvragen.

Ik start om half zeven ’s ochtends met mijn tocht. Op dat moment is het onderaan de Mont Ventoux in het bos nog aardedonker. Iedereen die om die tijd start is zenuwachtig. Toch ervaar ik dat niet zo. Ik heb de fietsbril van mijn vader bij me. Het enige dat ik voel is een oase van rust en tegelijkertijd een hele hoge motivatie. Misschien is mijn vader wel ergens bij me bij de start of kijkt hij mee. Die gedachte stelt me gerust. Met een goed gevoel stap ik op mijn fiets om aan het beklimmen van het 1910 meter hoge monster te beginnen.

Na de eerste vier kilometer rustig in het donker fietsen begint de weg flink te stijgen. Ik voel de pijn in mijn benen steeds verder toenemen en vraag me af hoe je eigenlijk tot bezinning kunt komen als heel deze weg naar boven fysiek zo zwaar gaat zijn. In gedachten verzonken fiets ik verder.

Gedachten

Tijdens mijn tocht wil ik nadenken over wat er gebeurt met onze overleden dierbaren. Het is een vraag die me bezig houdt sinds mijn vader is overleden. Ik denk aan de woorden van Krystian met wie ik, vlak voor deze tocht begon, nog gefilosofeerd heb over wat er na de dood gebeurt met onze dierbaren. Hij is zeven jaar geleden zijn moeder verloren aan baarmoederhalskanker.

“Vroeger werd mij verteld dat overleden dierbaren een sterretje worden. Nu geloof ik daar niet meer in. Ik vraag me wel af waar onze dierbaren dan blijven. Het zou mooi zijn als alle zielen terecht komen op een nieuwe planeet waar ze verder leven.”

Ik kijk omhoog naar de donkere hemel. Helaas is het vandaag niet helder genoeg om sterren te zien. Zou er geen enkele ster zijn ontstaan uit een ziel van een overleden persoon?

Ineens zie ik aan mijn rechterzijde de eerste post met vrijwilligers om te stoppen voor wat te eten en te drinken. ‘Nu al?’ Ik schrik op uit mijn gedachten. De vorige keer is mijn tocht al voor de eerste post geëindigd omdat ik teveel bezig was met mijn vader die toen net een jaar geleden was overleden.

Verbaasd stap ik van mijn fiets af en neem ik wat te eten en te drinken aan. Doordat ik zo in gedachten verzonken zat, ging het fietsen een stuk beter. Het voelt bij de eerste post al bijna alsof ik mijn missie voltooid heb, ondanks dat ik nog zestien zware kilometers te gaan heb.

Het volgende stuk is immens zwaar. De weg blijft een stijgingspercentage houden van boven de negen procent en aan het bos lijkt geen einde te komen. Het doet me denken aan mijn vader. Welke pijn zou hij gevoeld hebben tijdens zijn ziekte? Hoe donker waren de dagen voor hem? Langzaam begint het licht te worden en komt het einde van het bos steeds dichterbij. Het herinnert me aan de lichtpuntjes die wij als gezin toch nog samen hadden, ondanks dat mijn vader doodziek was.

Bijna aan het einde van het bos bevindt zich het tweede stoppunt en ook daar staan vrijwilligers klaar met eten en drinken. Het is bijna een euforisch moment voor mij. Na het hele steile stuk klimmen ben ik helemaal kapot. Ik ga zitten op een stoel en het eerste waar ik over na begin te denken is hoe ik mijn tocht toch succesvol kan eindigen.

Terwijl ik daar zit moet ik weer denken aan mijn vader en aan alle andere overleden personen voor wie ik deze berg beklim. Zij hadden het dagelijks zwaar. Zij zijn overleden omdat zij noodgedwongen moesten opgeven omdat ze de strijd tegen kanker niet meer konden winnen.

Na heel lang op adem komen besluit ik dan toch weer op de fiets te stappen en mijn tocht te vervolgen. ‘Deze pijn is maar tijdelijk’, spookt het door mijn hoofd. Iedereen met kanker heeft het dagelijks zo zwaar. Was het voor hun maar zo’n feest dat ze alleen maar een zware tocht hoefden te fietsen en de volgende dag alleen maar wat spierpijn eraan over hielden. 

Chalet Reynard

Eindelijk rijd ik de bocht om het bos uit. Te zien aan de weg naar beneden ben ik bijna bij het meest toeristische restaurantje op de Mont Ventoux, namelijk Chalet Reynard. Ik besluit even af te stappen. Ineens schiet ik bijna vol. Wat zou mijn vader het mooi hebben gevonden dat ik hier op mijn fiets ben speciaal voor hem.

Mijn vader kennende had hij meegefietst en waren we bij Chalet Reynard ook afgestapt om daar een pizza te bestellen en lekker te eten en te drinken. Mijn vader hield ontzettend van wielrennen net zoals ik. De gedachte dat ik hier alleen zit zonder hem maakt me verdrietig.

Ineens word ik door zoveel gedachten tegelijk overspoeld. Ik weet dat het niet ver meer is naar boven, maar toch voelt het nog zo ver. Ik wil niet opgeven, maar doorgaan lijkt een bijna onmogelijke opgave. Zo moet mijn vader zich ook gevoeld hebben toen hij ziek was. Ik kan tenminste wél kiezen wat ik doe. Mijn besluit staat vast. Ik geef de strijd niet op en ik ga door tot het uiterste. Mijn motivatie is terug om deze tocht tot een succesvol einde te brengen.

De laatste kilometers

Zodra ik weer op mijn fiets stap voor het laatste gedeelte van mijn tocht voel ik dat ik het ga halen, ondanks mijn kuit die al een aantal keer flink krampneigingen heeft gehad. Gelukkig is de één na laatste post nog geen 300 meter verderop en daar is een fysiotherapeut aanwezig die wel raad weet met mijn kuit en hem flink los masseert.

En dan ineens zie ik de top van de Mont Ventoux in het prachtige maanlandschap vanaf de massagetafel. Het lijkt zo dichtbij, maar het is nog steeds meer dan vijf kilometer klimmen tot ik mijn doel heb behaald.

Zodra ik op de fiets stap om te beginnen aan het laatste stuk klimmen door het maanlandschap voel ik een soort oerkracht in mij naar boven komen en voel ik een immense kracht in mijn benen. Voor ik het weet ben ik met een mooie gemiddelde snelheid aan het klimmen en is daar ineens de laatste stopplek met vrijwilligers. Gauw eet ik nog een banaantje, maar omdat mijn doel nu zo dichtbij is wil ik zo snel mogelijk door naar het einde.

Het laatste stuk fiets ik eerst samen met een teamgenootje en met een andere deelnemer van het evenement. Ik raak in gedachten verzonken en ik wil alleen maar zo snel mogelijk boven komen. Ik trap steeds harder en ik voel mijn benen verzuren, maar ik geef niet op. Ik weet dat kankerpatiënten pijn ervaren die vele malen erger is dan de verzuring in mijn benen. De laatste paar bochten ben ik op. Mentaal is het zwaar, fysiek kan ik niet meer. Ik stap tussendoor twee keer af, maar ik moet door. Mijn doel is zo dichtbij.

De tweede keer dat ik opstap en weer begin te fietsen wil ik niet meer. ‘Dat laatste stuk loop ik wel’, is wat door mijn hoofd gaat. Maar toch blijf ik trappen. Ineens is daar de laatste bocht en hoor ik dat ik wordt aangemoedigd bij het binnenhalen. Ik ga op mijn trappers staan met mijn doel recht voor mij.

De laatste meters zijn immens zwaar. Juichend kom ik over de finishlijn. Ik heb de strijd gewonnen. Een medaille wordt om mijn nek gehangen door een vrijwilligster van het KWF. Ineens word ik overspoeld door emoties en kan ik niet anders dan heel hard huilen en de anderen kunnen niet anders dan mij troosten. Het is zo’n mooi euforisch moment, net alsof ik de olympische spelen heb gewonnen. Wauw. Wat zou papa trots op me zijn.

Tegelijkertijd realiseer ik me dat ik tijdens mijn tocht eigenlijk helemaal niet zoveel heb nagedacht over al mijn vragen. Een antwoord heb ik dan ook niet gevonden. Wel heb ik een ander antwoord gevonden, namelijk dat ik deze tocht nog een keer wil doen, maar dan met de extra uitdaging om de Mont Ventoux twee keer te beklimmen.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *